“Met die zoete drankjes heb ik het helemaal gehad, inmiddels. Met frisdranken en ook de gezondere alternatieven, zoals biologisch appel-perensap. Zo’n sapje smaakt wel lekker, maar het lijkt allemaal zo op elkaar. Misschien dat iemand die dat vaker drinkt daar heel anders over denkt, hoor. Maar zo onderscheidend als wijnen van elkaar kunnen zijn, dat mis ik nu wel. Gisteravond voor de tv heb ik maar thee genomen, dat drink ik anders alleen overdag.
Mijn vrouw is een week weg, dus dat vergemakkelijkt de uitdaging aanzienlijk. Alcohol drink je toch vooral samen. Afgelopen week was het niet altijd eenvoudig om niet te drinken, gewoonweg doordat er zoveel momenten in gezelschap zijn. Maar er staan voor komende week weinig gelegenheden in mijn agenda. Al kan daar op elk moment verandering in komen, want er kan zo weer iemand bellen: ‘We komen even langs.’ Dan wordt er vrijwel altijd wat gedronken.
Ik merk dat ik wel klaar ben met steeds het gesprekje voeren over waarom ik een drankje afsla. Die uitleg sla ik inmiddels maar over. Wat ik daarentegen nog steeds heel leuk vind, zijn de gesprekjes erover met mijn patiënten. Eén, twee minuten, meer is het niet, maar daarin krijg je toch leuke discussies. En mensen vinden het absoluut positief dat ze weten: mijn dokter doet ook mee. Dat zit hem in het feit dat ik er niet meer boven sta. Alcoholgebruik is menselijk, het is ook niet fout. We staan er samen bij stil waarom mensen drinken en wanneer dan. Dat zet patiënten aan het denken. ‘Knap van je,’ zeggen sommigen tegen me. ‘Doe je de volgende keer mee?’ vraag ik dan.”
tekst: metgeenpen.nl